PRRI brief over het voorstel van de Europese Commissie over de teelt van ggo's

PRRI Brief aan de EFSA (2010)
November 30, 2010

Download de originele brief als PDF.

Naar: de leden van de Europese Commissie,
de leden van het Europees Parlement,
de leden van de Europese Raad van Ministers

In 2008 het Openbaar Onderzoek en Verordening Initiative (PRRI) deelde zijn bezorgdheid, in een brief aan de Europese Commissarissen, over de negatieve gevolgen die het EU-beleid inzake genetisch gemodificeerde organismen (GGO's) hebben op onderzoek publieke sector. Deze brief is beschikbaar op de website PRRI (www.pubresreg.org).

PRRI was dankbaar dat het Science and Technology Options Assessment Panel van het Europees Parlement (STOA) opgepikt ons signaal van zorg en overeengekomen te organiseren met PRRI in februari 2010 een seminar over de impact van de EU ggo-verordeningen op het onderzoek in de biotechnologie voor het publiek goed. Het verslag van het seminar is te vinden op de STOA en PRRI website.

Kernprobleem van de huidige situatie is dat verschillende EU-lidstaten nemen beslissingen op basis van emoties en korte termijn politieke motivaties, in plaats van op basis van gedegen wetenschappelijk onderzoek. In deze situatie, de Europese Commissie aarzelt om op te treden, wat leidt tot ernstige vertragingen in het goedkeuringsproces. Deze praktijk schaadt de geloofwaardigheid van de regelgeving EU, en is schadelijk voor het doel van het bereiken van duurzame landbouwproductie in Europa, omdat het belangrijk onderzoek is het vertragen of verplaatsen van buiten Europa. Deze praktijk van het negeren van de wetenschap heeft ook een nadelig effect buiten de EU, met name in ontwikkelingslanden. Daarbij gaat het niet alleen het onderzoek (of het publieke of private) maar het hele scala van industrieën die afhankelijk zijn van dat onderzoek.

PRRI was zeer aangemoedigd wanneer de nieuw geïnstalleerde Commissie in maart van dit jaar brak met deze aanpak, door de aankondiging van de goedkeuring van een gg-gewas voor de teelt, met de begeleidende verklaring dat de Commissie niet voor of tegen ggo's, maar bouwt zijn beslissingen op gedegen wetenschappelijk onderzoek. PRRI prijst Commissaris Dalli voor deze demonstratie van de visie.

Echter, ons enthousiasme is getemperd na de publicatie van het voorstel van de Commissie om het GGO-richtlijn 2001/18/EG die het mogelijk maken de lidstaten om de teelt van een goedgekeurde GGO op basis van andere gronden dan wetenschappelijke risicobeoordeling beperken of te verbieden veranderen, waarin allerlei politieke motieven kunnen bestaan.

De belangrijkste zorgen van PRRI met betrekking tot dit voorstel zijn:

  • Hoewel gepresenteerd als het verlaten van de centrale EU wetenschap gebaseerde autorisatie systeem intact, het is in feite het einde van het. Het staat de lidstaten om de teelt van een EU beperken of te verbieden- GGO op hun grondgebied goedgekeurd, of delen daarvan, om redenen die wetenschappelijke reden ontbreekt. Als wetenschappers geloven we dat het zeer gevaarlijk om beslissingen te laten op dit gebied te worden genomen op basis van politieke motieven.
  • Indien aangenomen, het voorstel zal leiden tot grote onzekerheid of de producten van het onderzoek de publieke sector daadwerkelijk in staat zal zijn om de boeren ooit bereiken. Deze onzekerheid zal Europese wetenschappers ontmoedigen om belangrijk onderzoek te starten of voort te zetten. Daarnaast zal zij het belang van de financiers te verminderen (voornamelijk ministeries van R&D), om geld uit te trekken op lange termijn onderzoeksprojecten in de moderne biotechnologie, terwijl R&D-inspanningen op dit gebied in andere delen van de wereld zal blijven versnellen.

PRRI is niet alleen in zijn bezorgdheid. Het voorstel om het GGO-richtlijn te wijzigen heeft pertinente kritiek van veel belanghebbenden uitgelokt binnen en buiten de EU, waaronder een aantal belangrijke lidstaten. Kritiek gericht op verschillende aspecten, zoals de rechtmatigheid van de voorstellen, inconsistentie met de EU-beginselen van de interne markt en de verdragen van de internationale handel, onzekerheid voor boeren en anderen in de agrarische keten, een schending van de vrijheid van keuze, en negeren dat de mogelijkheid verschillende agrarische productiesystemen in stand houden is de sleutel tot voedselzekerheid.

Het is een algemeen beginsel in Europa die producten en diensten voor iedereen toegankelijk moeten zijn, tenzij er wetenschappelijk vastgestelde risico's voor de menselijke gezondheid of het milieu. Het toestaan ​​van een politieke reden om de toegang tot producten of diensten te beperken marginaliseert verder wetenschap als basis voor geïnformeerde besluitvorming. Dit precedent zal implicaties die zal veel verder gaan dan de moderne biotechnologie.

PRRI wenst bovendien op wijzen dat de lidstaten die op dit moment verzetten tegen de teelt van ggo's doen dat omdat de boeren in hun land niet willen GGO's of consumenten te groeien in hun land willen niet genetisch gemodificeerd voedsel te kopen. De huidige regelgeving, die is gebouwd op het principe van vrije keuze, laat al deze keuzes te worden gemaakt en er is ook geen reden om het te veranderen. Het zou een vreemde situatie dat de wens van sommige boeren of consumenten dergelijke producten op dit moment wordt gedaan, zou leiden tot een verbod voor andere boeren en consumenten om hen te hebben.

Dit gezegd zijnde, PRRI is ook van bewust dat hun bezorgdheid uiten over deze voorstellen alleen helpt niet verkrijgen van de falende regelgeving voor ggo's weer op de been. PRRI staat klaar om de Europese beleidsmakers te helpen bij het verkennen van alternatieve manieren om de regelgeving crisis aan te pakken, voor zover mogelijk binnen de bestaande regels.

Met vriendelijke groet,

In. Prof. Marc barrière van Montagu
Voorzitter van het Openbaar Onderzoek en Verordening Initiative